Toelichting
Het huidtype volgens Fitzpatrick kan worden vastgesteld door middel van een vragenlijst naar de ervaring met bruin worden en verbranden, waar een score aan is gekoppeld. De genoemde indeling in zes types komt overeen met de volgende aspecten van de huid: I zeer lichte huid, vaak sproeten, rood/lichtblond haar, blauwe ogen; II lichte huid, blond haar, grijze, groene of lichtbruine ogen; III licht getinte huid, donkerblond tot bruin haar, vrij donkere ogen; IV: meestal een getinte huid, donker haar, donkere ogen. Mediterrane types; V: donkere huid, donker tot zwart haar, donkere ogen. Aziatische types, Turks/Marokkaans; VI: zeer donkere huid, zwart haar, donkere ogen. Negroïde types.
Antwoorden
Id |
Keuze |
530 |
I wordt nooit bruin, verbrandt altijd
|
531 |
II wordt zelden bruin, verbrandt gemakkelijk
|
532 |
III wordt langzaam (licht)bruin, verbrandt wel eens
|
533 |
IV wordt gemakkelijk bruin, verbrandt zelden
|
534 |
V wordt gemakkelijk bruin tot middenbruin, verbrandt nooit
|
535 |
VI wordt gemakkelijk midden tot donkerbruin, verbrandt nooit
|
Formule uitleg
Geen formule uitleg
Deze bepaling komt niet voor in een cluster